Ik ken je als iemand die altijd zal proberen om het hoofd boven water te houden. Je werkt hard en bent gewend om je eigen grenzen op te rekken. Totdat je er helemaal klaar mee bent. Ineens erger je je kapot en kan je kwaad worden om iets waar je anders veel relaxter mee zou omgaan. Je reageert je af op je partner of kind(eren). Het liefste wil je alleen zijn en niemand zien. Maar dat gaat niet. Achteraf sla je jezelf om de oren omdat je je emoties ‘weer’ niet tijdig hebt herkend, laat staan dat je ze onder controle hebt weten te houden.
Hoe komt het toch dat dit maar niet lukt?
De brug is afgesloten. Het rood/witte lint is onverbiddelijk. Het busje dat erachter geparkeerd staat, vormt de bekrachtiging. En voor het geval dit nog niet genoeg is, kijkt de kleine, zwart-wit gevlekte, hond mij recht in de ogen aan. Hij houdt zijn kop schuin alsof hij wil zeggen: "ja, je zult echt een andere route moeten nemen." Heel even is er een oude vlaag van paniek. "Wat nu?"
Vanmorgen vroeg nodigde ik mijn man uit voor een wandeling. Vanuit mijn behoefte aan samen-Zijn nadat ik twee volle dagen afwezig was geweest. In mijn uitnodiging reisde ik naar zijn land, dwars over de grens heen. Ik zegde hem zelfs -ongevraagd- toe dat ik mijn mond zou houden. Omdat ik weet dat ik in mijn enthousiasme de neiging kan hebben om mijn gedachten via zijn oren en ogen te ordenen. Waarbij ik niet bepaald tegemoet kom aan zijn langverwachte behoefte aan stilte. Onbewust sloot ik daarmee een verborgen contract. En dat heb ik geweten. Wil je weten hoe het afliep, lees dan vooral verder. Aan het einde van mijn verhaal vind je ook een uitnodiging. Van mij. Voor jou.
“Ik wil bij jou blijven mamma. Ik wil niet naar school.” Ik voel haar paniek. En het verdriet. Ze bijt zich vast. Een fusie tussen haar en mij. Het doet haar (buik)pijn. Ik probeer woorden te geven aan mijn binnenwereld. En de brug te slaan naar die van haar. Ik vertel haar dat ik probeer voor te leven dat ze op zichzelf mag vertrouwen. Dat ze altijd eerst stil mag staan bij zichzelf. Ik druk haar op het hart dat ze vooral mag spelen. Ze knikt. Nog niet helemaal overtuigd. Ook dat klopt. Ik zie haar verwarring op de grens. Daar waar ze gemakkelijk overheen reist om mij te bereiken. Hoe kan ze nu toch op eigen benen staan en haar eigenheid ontdekken als juist deze ontdekkingstocht naadloos aansluit op het levenswerk van haar moeder?
In een poging om het net iets te smalle geasfalteerde wandelpad te vermijden, kies ik er in deze tijd van opgelegde afstand voor om bovenaan de naastgelegen dijk te lopen. Weliswaar een nog smaller wandelpaadje maar omdat iedereen ervoor lijkt te kiezen om het geëffende pad te lopen, kom ik nooit iemand tegen. Tot nu. Ik kijk voor mij uit en zie in de verte iemand staan aan de waterkant.