Benieuwd naar mijn inzichten? Mijn verhalen zijn bedoeld als inspiratiebron om talent ont-wikkeling centraal te stellen.

Welkom thuis!

Terwijl ze met een veerkrachtige tred het asfalt achter zich laat, wordt ze opgeschrikt door een geluid. Ze kan het niet direct plaatsen maar haar blik wordt -als door een onzichtbare hand gedreven- naar links getrokken. Ze knijpt haar ogen tot spleetjes en ziet in de verte iemand staan. Haar blik wordt scherper en in die beweging ontwaart ze een manspersoon in een felrode overall en een groene das. Hij steekt zijn hand omhoog. Ze voelt de instinctieve neiging om achter zich te kijken. Is die hand voor haar? Ze kan het niet geloven en toch kan het bijna niet anders. Even daarvoor nog constateerde ze dat ze moederziel alleen was op dit kronkelige polderpad. Ze twijfelt. De hand blijft in de lucht hangen. Aarzelend steekt ook zij haar hand op. Contact. Ogenblikkelijk is ze ontroerd. Daar waar ze tijdens de voorgaande afgelegde meters heeft geprobeerd te analyseren waarom contact maken en afscheid nemen soms zo ingewikkeld zijn voor haar wordt het haar nu op een presenteerblaadje aangereikt. Zoals dat wel vaker gebeurt als haar in het hier en nu een rake blik in de spiegel wordt gegund, buitelen ook nu haar gedachten zich over elkaar heen. Ze stromen als vanzelf vanuit haar buik richting haar hoofd. En omgekeerd. De tranen zijn de richtingaanwijzer. Er vallen puzzelstukjes op hun plek. De “aha’s” en de “oh ja’s” zijn niet van de lucht. Een grijns. Ze moet aan de bak. Daarin wordt ze ondersteund door een plotselinge, levendige herinnering.

De herinnering brengt haar terug naar de tweede klas van de middelbare school. Als enige wordt ze vanuit de haar bekende eerste klas geplaatst in een nieuwe klas met voornamelijk kinderen uit een randgemeente. Kinderen die elke dag een uur moeten fietsen om naar de school van hun keuze te kunnen gaan. Kinderen die al een uur de gelegenheid hebben gehad om contact te maken. Met elkaar. Zij komt erbij. Ongepland en ongewenst. Elke ochtend opnieuw is het een worsteling. Waar kan ze instappen? Met wie kan ze contact maken? Na een tijdje lukt het. Met plezier fietst ze geregeld na school met haar nieuwe vriendin een uur mee terug naar de boerderij. Het meisje heeft een eigen paard. Ze verzorgen de prachtige merrie samen en zij mag er regelmatig op rijden. Ook mag ze zelfs af en toe komen logeren. De intense geur van verse mest en het geluid van de kraaiende haan in de vroege ochtend wandelen haar geheugen binnen alsof het gisteren was. En dan ineens is het voorbij. Ze weet niet waarom. Ze weet wel door wie. Een ander meisje. Er zijn blikken. Er wordt gefluisterd. Als ze iets vraagt, krijgt ze geen antwoord. Tijdens gym zit ze steeds vaker als laatste op de bank. Haar vriendin kan niet meer zo vaak afspreken. Totdat de afspraakjes helemaal stoppen. Pas als het contact compleet verbroken is, houdt het op. Het andere meisje verliest haar interesse en laat haar met rust. Ze heeft haar doel immers bereikt.

Ondertussen is zij geoefend in haar manier van omgaan met onbeantwoord contact. Isolatie is haar strategie en ze zet deze strategie kracht bij door te vluchten en -indien nodig- te vechten. Haar diepdonkerbruine ogen zijn daarbij een uitstekende hulpbron. Niets of niemand kan haar nog raken. De harde en afstandelijke blik in haar ogen vergezeld door een krachtige stortvloed aan woorden laat menigeen achteruit deinzen. Een voor haar bekende route om zich te wapenen tegen kwetsingen op het gebied van contact. Alle goedbedoelde pogingen van anderen ten spijt. Ze worden vanaf dat moment met nog meer argwaan bekeken. Risico’s op afwijzing worden zo mogelijk nog zorgvuldiger ingeschat. Ze kan nog niet zien dat ze daarmee haar gewenste welkom op de wereld verder uitholt. In een wiebelige ontwikkelingsfase waarin haar verhouding ten opzichte van de wereld onder een vergrootglas ligt, wordt ze bevestigd in haar besluit om altijd alert te zijn. Immer bedacht op gevaar uit onverwachte hoek. In haar verlangen om dezelfde pijn koste wat het kost te vermijden, vertelt ze niets. Het is opgelost. Haar ervaring bergt ze zorgvuldig op in een kamertje in haar hart. De sleutel gooit ze weg met de bedoeling om de deur nooit meer te openen.

En dan -geheel onverwacht- wordt er op de deur geklopt. Dat wat ze zo hartgrondig heeft geprobeerd te voorkomen, gebeurt toch. De liefde voor haar kind heeft de deur op een kier gezet. En nu wordt haar gevraagd om haar hart helemaal te openen. Maar niet eerder dan nadat ze op het randje van de afgrond is gaan staan. De diepte lonkt en toch is er iets dat haar tegenhoudt. Ze weet dat ze daar niet thuishoort. Waar dan wel is de vraag die ze vanaf dat moment voor zichzelf mag gaan beantwoorden.

In het weggaan vindt ze de eerste kenmerken van zichzelf terug. Door de afstand kan ze ervaren welke nabijheid ze werkelijk wenst. Het uitreiken door de ander leidt regelmatig tot misgrijpen waarmee ze onbedoeld bijdraagt aan gevoelens van eenzaamheid en zelftwijfel. Thema’s die ze bij zichzelf ook herkent. Haar verantwoordelijkheidsgevoel brengt haar telkens weer terug in analyse. Totdat ze bij haar gezin van herkomst is aanbeland. Ze hoort over de onbeantwoorde vraag van huid- op- huidcontact. Ze herinnert zich de door schade en schande wijzer geworden teveel doorlaatbare externe grens welke heeft geleid tot verharding van diezelfde grens. Ze staat zichzelf een ontluikend begin van bewustzijn toe van iets dat voor een interne grens kan doorgaan. Er ontstaat een vonk van verlangen om een eigen keuze te maken waarbij verdieping van contact centraal staat. Diezelfde vonk leidt tot een onbegrensde aaneenschakeling van opleidingen gericht op persoonlijke ontwikkeling. Het brengt haar na enkele omzwervingen op de plek waar ze wil zijn. Daar waar ze in het eerste ogenblik dat ze een voet over de drempel zet, voelt: hier ben ik thuis. Het blijkt dichterbij te zijn dan ze ooit voor mogelijk heeft gehouden. Pas als er niets meer achter haar is dat aangekeken mag worden, kan ze niet alleen een uitgestoken hand aannemen maar bovenal: zelf uitreiken. Welkom thuis!